Het is zondagochtend. Het zonnetje schijnt en ik staar naar een document op de laptop. ‘Groepsles aan eerste klassen’ staat er bovenaan in dikke letters. Aan het begin van het schooljaar verzorg ik - samen met mijn collega Andrea van den Berg - vanuit het ondersteuningsteam, in samenwerking met de coaches, groepslessen voor onze klassen. We starten met een korte inleiding waarin het doel van de groepslessen wordt uitgelegd: elkaar beter leren kennen, groeien van onderling vertrouwen in de klas en versterken van het teamgevoel. Dan is het tijd voor een korte energizer. ‘Fruitmandje’ is mijn favoriet. Een stoelendans die leerlingen in beweging krijgt met als winst dat leerlingen die altijd een plekje naast elkaar zoeken, nu ook eens naast iemand anders zitten.
Eind januari neem ik afscheid. Het was een dubbel gevoel van ‘stilstaan bij alles wat is geweest’ dus, die laatste weken van 2024. En voor mij veel ‘laatste keren’. Zo was ook mijn allerlaatste kerstbijeenkomst met collega’s van het bestuursbureau. We maakten een kerstwandeling met verschillende opdrachten. We moesten onder andere een plankje afzagen van exact 13,4 centimeter. Na zorgvuldig overleg met de groep, zaagde ik het plankje voortvarend en netjes af. Daar weet ik wel raad mee, aangezien ik mijn carrière startte als docent handvaardigheid. Maar, heel belangrijk: de zaag moet scherp zijn.
Soms lijkt lesgeven een hinderlijke onderbreking van je werkzaamheden. De ene toetsweek is nog maar net voorbij of de volgende herkansing of inhaaltoets dient zich alweer aan. Als die toets net op tijd is aangeleverd, komt de volgende toetsperiode al in zicht. En overal zijn deadlines voor; nogal wiedes, want het is waar de organisatie op drijft. De tijd tikt door, dus het aanleveren van materialen moet zorgvuldig en binnen de gestelde tijd gedaan worden. Ik heb meerdere malen ervaren dat juist deze deadlines vaak stressfactoren zijn.
Als schoolbestuur willen we onze leerlingen en collega's een digitale leer- en werkomgeving bieden die hoogwaardig, veilig en betaalbaar is. Denk aan laptops en digiborden die altijd werken, razendsnel internet en slimme digitale leermiddelen. In zo’n hoogwaardige omgeving heeft een docent snel inzicht in de voortgang van leerlingen en zijn we voorbereid op innovaties zoals generatieve AI. Maar dit realiseren is nog een flinke uitdaging, zelfs voor een groot schoolbestuur als Carmel. Onze budgetten zijn beperkt en er is een tekort aan specialisten. Daarom is samenwerking met andere spelers uit het veld onmisbaar.
Terwijl leerlingen zich verdelen in groepjes zie ik één leerling aandachtig naar haar laptop turen. Als ze merkt dat ik haar richting op loop, vraagt ze me op de man, of liever gezegd vrouw, af: “Mevrouw, hoe oud bent u eigenlijk?” Ik had van alles verwacht, maar deze zag ik niet aankomen. “Nou, eind van het jaar word ik 60”, antwoord ik. “Oh echt? Dat had ik niet gedacht.” Dat compliment steek ik maar in m’n zak. En dan vervolgt ze. “Weet u, ik moet later waarschijnlijk doorwerken tot ik 70 ben, zé-vén-tíg! Dat is toch niet normaal?”. Met een diepe zucht glijdt ze onderuit op haar stoel alsof ze per direct alles uit haar handen wil laten vallen vanwege deze schokkende ontdekking. Tja, daar zit je dan. In de schoolbanken in de eerste klas van het voortgezet onderwijs. Ik kan me voorstellen dat veertig al oud is, laat staan het idee dat je zeventig moet worden voordat je kunt stoppen met werken.