Onderzoek & onderwijs: leren van elkaar
maandag 17 juni 2024
Datateams gaan de diepte in voor antwoorden
“De potentie is er, maar het lukt ons niet om die eruit te halen.” Die vaststelling, weet Ciska Struiksma, staat aan de basis van het werken met een datateam. Ze is er nauw bij betrokken op het Marianum in Groenlo. Daar, legt ze uit, speelt een probleem binnen de sectie economie. De resultaten van de leerlingen blijven achter in vergelijking met die van leerlingen uit andere delen van Nederland. Het is nog niet duidelijk hoe dat komt. En wat docenten eventueel kunnen doen om het beeld te laten kantelen. Net de dag vóór het gesprek is het team opnieuw bijeengeweest. Het heeft een recente toets geanalyseerd op vraagniveau. “Ik heb een Excelsheet gemaakt, de docenten hebben gekeken wat ze leren uit de uitslagen. Zo leveren we steeds meer informatie aan, om te achterhalen wat er in de voorafgaande lessen misschien niet helemaal goed is gegaan. Je gaat voorbij de onderbuik, je toetst je ideeën en hypotheses aan de beschikbare data”, legt Ciska uit. Ze geeft er een voorbeeld bij: “Er wordt soms gezegd dat leerlingen uit plattelandsgemeenten een beperkte woordenschat hebben. Of dat nu wel of niet zo is, de analyse leert dat het hier geen rol speelt.” Meer algemeen: “Het gevoel van de docent is altijd belangrijk, professionaliteit speelt ook op gevoelsniveau. In het datateam halen we er een vergrootglas bij: strookt jouw gevoel met wat de data laten zien?”
Nog een voorbeeld. Bij economie vinden leerlingen het rekenen in procenten moeilijk, terwijl ze het in Cito-toetsen wel kunnen. “Dan hebben we het over de transfer van vaardigheden in een andere context. Kennelijk loopt er iets niet naar wens. Zo kom je dichter bij onderwijskundige inzichten”, constateert Ciska. “Dat is het mooie: werken met een datateam zet de deelnemers in de aan-stand. Je gaat op zoek naar steekhoudende, evidence based verklaringen voor wat je waarneemt. Dan kom je bij de vraag wat leerlingen missen, en wat jij als docent daaraan kunt doen.” Dat kan confronterend overkomen, maar het team biedt een veilige omgeving. “Je kijkt samen naar je eigen werken. Dat is een grote professionaliseringsstap”, vindt Ciska. “Je neemt elkaar serieus, het datateam rekent niet af maar biedt ondersteuning. Het werkt oplossingsgericht, versterkend en ondersteunend.”
Het kost intussen ook veel tijd. Daarom adviseert ze om het ‘spaarzaam’ in te zetten, voor ‘hardnekkige onduidelijke problemen’ die niet meteen of niet gemakkelijk oplosbaar lijken. “Je gaat de diepte in, omdat je ziet dat de potentie bij je leerlingen aanwezig is, maar er niet uitkomt. Wat kun jij daaraan doen, welke interventie is nodig? Dat is het beginpunt, alles draait om zijn of haar resultaten.” En dan kan het gebeuren dat er factoren meespelen die school of docent niet kunnen beïnvloeden. “In dat geval kun jij je als docent richten op de zaken waarop je wél invloed hebt.” Ciska Struiksma is docent Biologie en Teacher Leader onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg aan het Marianum in Groenlo. Lees ook de volgende artikelen uit deze reeks:
Publicatie: Digizine conferentie 'Onderzoek & onderwijs: leren van elkaar' Tekst: Suzanne Visser Fotografie: Annabel Jeuring Ciska Struiksma is niet degene op de foto.
Categorieën: Nieuws Tags: Conferentie Carmel-Universiteit Twente/ Onderzoek Vertoningen: 227