Acht jaar geleden kwam ik als spreekwoordelijke brugklasser binnen bij Carmel. Met volop werkervaring, maar groen in het onderwijs. De organisatie Carmel was voor mij op dat moment een relatief onbekende reus. De afgelopen acht jaar heb ik als bestuurder mogen ervaren hoe groot de impact kan zijn van een krachtig scholennetwerk. De ongekende professionaliteit die je samen tot je beschikking hebt. Het vraagstuk hoe je deze professionaliteit op een goede manier kunt organiseren, aanspreken en gebruiken. En wat te denken van de aansprekende Carmelwaarden die je deelt, om samen de wereld een beetje mooier te maken. Om iedereen gelijke kansen te bieden. Om leerlingen op onze scholen te vormen en hen te laten ontdekken wie, en vooral hóé je wilt zijn en worden als mens.
Soms gaat een verhaal een andere kant op dan verwacht. Neem het gesprek met Ronald Rondeel. Sinds 1 oktober 2022 is hij projectleider van Sterk Techniekonderwijs Twente (STO) voor het Bonhoeffer College en het Stedelijk Lyceum in Enschede. Hij werpt zich op als pleitbezorger voor het vmbo als geheel.
In de eerste zinnen vertelt Ronald waarom hij bij de redactie van het Carmel Magazine heeft gepleit voor een artikel over STO. ‘Ik vroeg me af: waar is het vmbo? En waar de techniek? Leerlingen van havo en vwo redden zich over het algemeen wel, voor veel vmbo’ers is dat vaak ingewikkelder. En zij vormen wel de grootste doelgroep.’ Juist ook daarom, vindt hij, verdient techniekonderwijs meer aandacht. Carmelschool Bonhoeffer College en het openbare Stedelijk Lyceum hebben hun vmbo-afdelingen ondergebracht in een futuristisch ogend complex aan de Wethouder Beversstraat in Enschede. En daar is plaats voor meer techniekleerlingen. Hier verbindt Ronald de economische noodzaak om leerlingen warm te maken voor techniek met meer algemene, pedagogische noties. ‘We willen toch dat onze leerlingen kansen krijgen en kunnen groeien. Ik hoor van ouders dat ze hun kinderen niet naar ons willen sturen. Dat raakt me. Onze leerlingen moeten kunnen ontdekken waarin ze goed zijn. Dat komt er niet van als de keuzemogelijkheden op voorhand worden beperkt.’
Leerlingen in het voorgezet onderwijs hebben tegenwoordig zoveel moeite met taal, dat de Inspectie gericht gaat kijken of scholen genoeg aandacht besteden aan taalvaardigheid. Voor Etty Hillesum Lyceum (EHL) Het Stormink is dit aanleiding om het bestaande taalbeleid uit te bouwen.
Taalcoördinator Elsbeth Nijhuis van Het Stormink vindt de gedachte van de Inspectie helemaal niet gek. ‘We merken namelijk al een tijdje dat steeds minder brugklassers bij binnenkomst over het taalniveau beschikken dat ze nodig hebben. Internationale PISA-onderzoeken onderstrepen dit: Nederlandse jongeren scoren steeds lager op taal. In onze maatschappij draait álles om communicatie. Wil je leerlingen gelijke kansen geven, dan moet je dus op taal inzetten. Voor een deel doen wij dat al: in de internationale schakelklas (ISK) dompelen we jongeren helemaal onder in taal en ook in de rest van de school voeren we taalbeleid.’