‘Is elkaar vrijlaten wel echte vrijheid?’
maandag 3 februari 2025
Het woord ‘school’ betekent in het Grieks letterlijk ‘vrije tijd’. Van oudsher was de school een tussenruimte tussen thuis en samenleving: een plek waar leerlingen in vrijheid kunnen oefenen en zich kunnen ontwikkelen. Maar wat houdt die vrijheid eigenlijk in? We vroegen het aan leerlingen en docenten van het Pius X College, locatie Almelo.
In deze artikelenreeks gaat docent levensbeschouwing Koen Nijhuis met leerlingen en docenten in gesprek over vraagstukken, uitdagingen en pareltjes die zij tegenkomen op de ‘oefenplaats voor het leven’ die de school is. Ditmaal schuiven acht leerlingen en twee docenten van het Pius X College locatie Almelo aan. Kasper, Gamze, Talin, Anne-Quirien, Florien (zie foto bovenin), Luuk, Iris en Hoda zitten in het vierde leerjaar vwo. Docent maatschappijleer Robin de Jager en docent levensbeschouwing Marjolein Brouwers zijn lid van de werkgroep burgerschapsvorming. Het is druk bij het raam van lokaal 211. Op verzoek van docent Koen Nijhuis hebben de aanwezige leerlingen positie gekozen op een denkbeeldige lijn die door de ruimte loopt. Wie het eens is met de stelling ‘ik voel me vrij om hulp te vragen aan docenten zonder me daar onzeker over te voelen’, kon een plekje bij het raam kiezen. Wie het er niet mee eens is, een positie bij de gang. Gamze en Talin staan als enigen niet bij het raam. Zij hebben een plek in het midden gekozen omdat ze vinden dat hulp vragen soms wel, en soms niet makkelijk is. Dat kan aan jezelf liggen, maar ook aan de docent. Talin: “Sommige docenten geven je bij wijze van spreken een hele presentatie als je met een vraag komt. Maar er zijn ook docenten van wie je kritiek krijgt als je iets niet snapt.” Gamze: “Dat kan best intimiderend zijn. Soms stel je je vraag dan liever niet. Maar dan heb je dus ook geen antwoord.”
In totaal hebben acht vierdeklassers ja gezegd op de uitnodiging van docenten Koen Nijhuis, Robin de Jager en Marjolein Brouwers om vanmiddag een uurtje van gedachten te wisselen over het onderwerp vrijheid op school. Zonder vrijheid kan ‘de school als oefenplaats’ niet functioneren. Maar hoe ervaren leerlingen die vrijheid eigenlijk? Hebben ze naast alle verplichte lesstof, het huiswerk en de vele toetsen, voldoende ruimte om eigen keuzes te maken en hun talenten te ontwikkelen? Het gesprek is begonnen met de vraag wat vrijheid eigenlijk is. Luuk het omschreef het als “dat je openlijk mag zeggen wat je denkt en dat anderen dat respecteren.” Maar vrijheid gaat ook over eigen keuzes maken, zeggen anderen, zo lang die de keuzes van een ander niet in de weg zitten. Inmiddels praten de leerlingen over vrijheid binnen de context van het onderwijs. Is die in zo’n mate aanwezig dat ze hun talenten en interesses kunnen ontdekken? “Het is hier natuurlijk niet zoals in sommige andere landen, waar meisjes niet eens naar school mogen”, zegt Kasper relativerend. “Wij hebben veel meer vrijheid. Wel vind ik het jammer dat we in de onderbouw niet onze eigen vakken mogen kiezen. Je krijgt veertien vakken en daar zit je voor drie jaar aan vast.” Dat dit vervelend kan zijn voor leerlingen die al lang weten welke kant ze op willen, kan Hoda goed begrijpen. Zelf vond zij die brede basis in de onderbouw juist prettig. “Doordat je met alle vakken kennismaakt, ontdek je wat je wel en niet interessant vindt.”
Het zou mooi zijn als je vervolgens aan de hand van je interesses een vakkenpakket zou kunnen samenstellen. Dat kan echter maar in beperkte mate, zegt Gamze. “Je kiest echt voor het ene of het andere profiel.” Zo kan Luuk, die Natuur & Techniek heeft gekozen omdat hij de bètakant op wil, in de bovenbouw geen geschiedenis volgen. “Terwijl ik dat óók heel interessant vind.” Sowieso zouden leerlingen in de hogere leerjaren meer ruimte willen hebben om te focussen op de vakken waar ze straks mee verder willen. “Moeten we in de bovenbouw echt zoveel tijd aan gym, maatschappijleer en levensbeschouwing besteden?”, vraagt Talin. “Ik snap dat een vak als maatschappijleer voor andere perspectieven zorgt, maar wat mij betreft doen we dat in de onderbouw.” En als het dan toch over interesses gaat: de leerlingen zouden graag meedenken over de invulling van de PiusXpedition, het talentontwikkelprogramma van de school. “Nu stellen de docenten het programma samen. Maar leerlingen vinden soms andere workshops interessant”, zegt Florien.
Een tweede aspect van vrijheid is de ruimte die je hebt om jezelf te uiten. Vragen stellen aan de docent vinden de meeste leerlingen geen probleem. Ook zijn ze over het algemeen niet bang voor kritiek van hun ouders of de docent. “Het is meer dat stemmetje in je eigen hoofd dat zegt dat je het beter had kunnen doen”, aldus Florien. Met kritiek van medeleerlingen ligt het een beetje anders. Niet iedereen durft tijdens de les zijn mening te geven, zeker als die controversieel is. Iris zegt niet altijd wat zij vindt, om vervelende reacties van klasgenoten te voorkomen. Ook Gamze houdt haar mening soms liever voor zich. Aan de docenten ligt dat niet, denkt Anne-Quirien. “Zij geven voldoende ruimte, zeker bij vakken als levensbeschouwing of maatschappijleer. Het is eerder de sfeer in de klas die maakt dat je jezelf wel of niet durft te uiten. In de ene klas is het veel makkelijker om open te zeggen wat je vindt dan in de andere.”
Wat docenten wél beter zouden kunnen doen, is optreden tegen storend gedrag en leerlingen die andere leerlingen buitensluiten. “Waarom geeft een docent een leerling de ene waarschuwing na de andere, zónder door te pakken?” vraagt Kasper. “Er zijn regels, hanteer die dan ook. Dat is fijner voor de rest van de klas die zich wel aan de regels houdt.” Anne-Quirien kan zich overigens wel voorstellen dat docenten het niet altijd doorhebben als er tussen leerlingen vervelende dingen gebeuren. “Daar zorgt degene die het doet wel voor. Maar soms gebeurt er iets binnen twee meter afstand van een docent en dan denk ik: hoe kan het dat jij dit niet ziet en hoort? Ik vind dat docenten gewoon moeten optreden. Ook in de pauze en ook als het om kleine opmerkingen gaat.”
Een vraag die in het verlengde hiervan ligt, is of alle leerlingen op school voldoende ruimte hebben om hun cultuur of identiteit te uiten. “Er wordt niks opgelegd en we zeggen dat we iedereen respecteren”, zegt Talin. “Maar er is op school weinig ruimte voor geloof, terwijl we hier wel een groot deel van onze dag doorbrengen. Ik zou het fijn vinden als er een aparte ruimte zou zijn waar ik terecht zou kunnen.” Luuk: “Ook zouden we best wat meer met elkaar over cultuur en identiteit kunnen praten op een manier die iedereen aanspreekt. Dus niet: wat betekent kerst voor jou, maar bijvoorbeeld: hoe vul jij de feestdagen in?” Iris: “Dan zouden we misschien ook een betere vorm vinden voor de viering van Paarse Vrijdag, want dat was de afgelopen jaren nogal zoeken.”
Een halfuur later zijn de leerlingen naar de volgende les en praten de docenten nog even na. Wat is hen het meest bijgebleven? Robin: “Aan de ene kant vind ik het mooi dat veel leerlingen vrijheid ervaren, aan de andere kant vind ik het schokkend dat leerlingen soms niets zeggen uit angst voor een vervelende reactie. Dat beperkt hun ruimte om te leren. Ik denk dat daar een pedagogische taak ligt voor ons als docenten.” Marjolein: “Ik zit nog na te denken over de vraag of maatschappijleer en levensbeschouwing niet naar de onderbouw kunnen, zodat er meer ruimte komt in de bovenbouw. Ik begrijp de wens, alleen denk ik niet dat het werkt. Want in de onderbouw kunnen we leerlingen wel kennis meegeven, maar we willen ook dat ze er zelf perspectief aan geven en dat kunnen ze over het algemeen pas in de bovenbouw.” Koen: “Wat bij mij vooral is blijven hangen, is de vraag of we cultuur en identiteit niet wat explicieter onder de aandacht moeten brengen. Op dit moment laten we elkaar vooral veel vrij. Maar leerlingen ervaren dat niet als ruimte. De filosoof Isaiah Berlin heeft het in dit verband over negatieve en positieve vrijheid. Je kunt vrijheid invullen als ‘je vooral niet mengen in de keuzes van een ander’, zoals de leerlingen aan het begin van dit gesprek ook deden. Maar je kunt er ook positief invulling aan geven: nieuwe vormen zoeken, bewust ruimte bieden aan ieders cultuur en identiteit.” Robin: “Dat maakt dat ieder zich gezien voelt. En die erkenning hebben mensen nodig.”
1. Kijk of de vakkenkeuze flexibeler kan Talenten en interesses passen niet altijd binnen een profiel 2. Laat leerlingen meedenken over de PiusXpedition Een aantrekkelijker programma zorgt voor meer talentontwikkeling 3. Wees als docent benaderbaar voor vragen Een positieve houding maakt het makkelijker om hulp te vragen 4. Kijk niet weg bij storend gedrag Handhaaf de regels, ook bij kleine voorvallen 5. Verzin nieuwe plekken en vormen om het over cultuur en identiteit te hebben Het is jammer dat we het hier zo weinig over hebben, uit angst om de vrijheid van een ander te beperken
Ook met leerlingen in gesprek? Bekijk de lesbrief! Docenten Koen Nijhuis, Robin de Jager en Marjolein Brouwers maakten een handige lesbrief bij dit onderwerp. Aan de hand van een aantal stellingen bespreken leerlingen het thema vrijheid en identiteit. Daarna formuleren ze in een kringggesprek concrete adviezen voor hun eigen school. De lesbrief (inloggen vereist) is voor alle Carmelscholen beschikbaar. Je vindt 'm op Carmel Intranet, onder 'Documenten'.
Tekst: Suzanne Visser Fotografie: Niki Kits-Polman
Categorieën: Nieuws/ Uitgelicht Tags: Kennis is maar de helft/ Ruimte in verbinding/ Oefenplaats/ identiteit Vertoningen: 19