Blog Karin van Oort
vrijdag 5 juni 2020
Waar ik woon in Deventer, was ik gewend om dagelijks ’s ochtends vroeg hordes leerlingen te zien fietsen. De afgelopen maanden was het stil. Ik zag op z’n hoogst wat mensen langsfietsen die even een ommetje maakten. Vanmorgen ging ik om 7.45 uur de deur uit en het was voor het eerst sinds tijden dat ik talloze leerlingen voorrang moest verlenen. Ik was nog nooit zo blij om te moeten wachten!
Als College van Bestuur bezoeken we komende tijd onze scholen om een beeld te krijgen van de opstart. Wat zijn de juiste oplossingen, wat gaat goed en wat willen we vasthouden voor de toekomst? Maar ook: welke problemen ervaren collega’s en welke beren zien we nog op de weg? We praten met rectoren, docenten, conciërges en leerlingen, en delen de ervaringen. Gisteren was het eerste bezoek bij Augustinianum in Eindhoven.
Toen ik aankwam was meteen duidelijk waar ik naartoe moest. Een grote pijl wees naar binnen en ik volgde de looproute. Ik kwam onder andere langs het lokaal waar geslaagde leerlingen hun cijferlijst konden ophalen. Hoewel dit feestelijke moment allesbehalve “normaal” is, want: geen gala, vakanties en feestjes, heeft de school geprobeerd om er toch een speciaal moment van te maken door de cijferlijst persoonlijk uit te reiken. Ik vervolgde mijn weg door de gang en zag in elk lokaal netjes 10 leerlingen op 1,5 meter afstand met hun iPad op tafel. De docent staat voor de klas, de rest van de leerlingen is digitaal aanwezig en te zien op het bord. De route ging verder door de aula, waar staat aangegeven waar je wel en niet mag staan. Op het moment dat je je kop koffie uit de automaat haalt en via eenrichtingsverkeer doorloopt naar de suiker en koekjes, kom je langs een prachtig boeket van ouders als bedankje dat alles zo goed geregeld en gecommuniceerd was.
Het is natuurlijk vreemd om met zoveel regels en instructies door een school te lopen. Zo vindt ook de conciërge het spannend. Je moet goed opletten en waar nodig corrigeren. Hoewel iedereen zich aan de regels probeert te houden, is het voor leerlingen toch ingewikkeld om die afstand te houden als ze elkaar na lange tijd weer zien. De ene leerling vond het thuisonderwijs fantastisch, de ander stond vijf minuten voor de les op om nog niet geheel gefatsoeneerd in te checken. Het is goed om elkaar weer in de ogen te kunnen kijken, maar het hybride onderwijs blijkt nog een uitdaging. Hoe verdeel je je aandacht tussen de 10 leerlingen die fysiek in je lokaal zitten en de 20 leerlingen die digitaal meedoen? Zo had één docent een headset, waardoor hij kon rondlopen en voor iedereen te volgen was. Maar voor de interactie tussen de leerlingen moet nog een oplossing komen. Nu is het zo geregeld dat leerlingen een vast lokaal hebben en de docenten van lokaal wisselen. Tafels ontsmetten, naar de andere kant van het gebouw lopen via eenrichtingsverkeer, weer opstarten en aan de slag. Het kost nogal wat tijd. En hoe betrek je collega’s die in een risicogroep vallen en dus thuiswerken? Hoe krijg je als mentor een goed beeld van de voortgang van leerlingen bij andere vakken als de ene docent wel op school is en de andere niet? Hoe richt je de roosters zo efficiënt mogelijk in? Conclusie: niemand heeft de juiste formule en we weten het allemaal nog niet. Het is trial and error, evalueren en ervaringen uitwisselen. Het hybride onderwijs krijgt komende tijd vorm, zodat we aan het eind van de maand goede keuzes kunnen maken over hoe we na de vakantie verdergaan.
Maar we zijn er weer! Naast alle beren, is de weg ook vrij om samen het onderwijs opnieuw in te richten. Het straalt ervan af dat iedereen blij is om elkaar weer te zien. Logistiek was alles vandaag perfect geregeld, iedereen weet wat hij moet doen, alles werkt op ICT-gebied, iedereen beschikt over een device en werken met Teams wordt als positief ervaren. Er is genoeg om trots op te zijn. Het onderwijshart klopt weer!
Categorieën: Nieuws/ Blogs/ Uitgelicht Tags: College van Bestuur/ Karin van Oort/ Blog Vertoningen: 2414