Liggen we op Koers? In gesprek met leerlingen…
dinsdag 31 januari 2023
“De leerling ervaart ondersteuning bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en eigenaarschap”, zegt Koers 2025. Is die wens al werkelijkheid? En wat kan de school nog beter doen? Leerlingen van het Marianum in Groenlo staken de koppen bij elkaar en kwamen met vijf adviezen voor hun school.
In elke editie van Carmel Magazine gaan we op een Carmelschool met leerlingen in gesprek over één van de drie speerpunten uit de paragraaf ‘De Carmelleerling: wereldwijs en klaar voor de toekomst’ in Koers 2025. In dit tweede artikel uit deze serie praten we op het Marianum in Groenlo over het tweede speerpunt: in hoeverre voelen leerlingen zich ondersteund bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en eigenaarschap?
Leerlingen
Gespreksleiders
De meeste leerlingen zijn al lang naar huis als Fie, Alyssia, Anne, Veerle, Timo, Menno, Max, Ruben en Eva zich verzamelen in de vrolijk gekleurde studielounge van het Marianum in Groenlo. Ze geven hun vrije middag op om mee te denken over wat de school kan doen om leerlingen nog beter te ondersteunen op hun weg naar het nemen en voelen van verantwoordelijkheid. Als leerling heb je zelfvertrouwen en eigenaarschap (het besef dat je zelf de touwtjes in handen hebt) nodig om verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces te kunnen nemen. Maar dat is geen gegeven. Zelfvertrouwen en eigenaarschap groeien door de jaren heen en een leerling mag daarbij ondersteuning verwachten van de school.
Eerst maar eens helder krijgen waar we het precies over hebben, vindt studie- en talentcoach Mandy Stokkers, die deze middag heeft voorbereid. Nadat de leerlingen daar individueel 5 minuten hun gedachten over hebben opgeschreven, stuurt Mandy hen in kleine groepjes naar de whiteboards aan de wanden om op te schrijven waar ze aan denken bij “zelfvertrouwen”, “eigenaarschap” en “verantwoordelijkheid”. Docenten Frank Harkink en Ivar Gierveld lopen rond en stellen vragen. Al snel gonst het van de gesprekken. ‘Ik denk dat je als leerling zelf verantwoordelijk bent en dat de docent alleen op hoofdlijnen moet aangeven waar je staat’, zegt Timo (5 havo), whiteboardstift nog in de hand. ‘Maar dat werkt toch niet bij leerlingen die er met de pet naar gooien? En die zijn er ook’, werpt Eva (5 vwo) tegen. Dat is waar: leerlingen verschillen in hun behoefte aan ondersteuning. Het is een constatering die vanmiddag vaker zal terugkomen.
Op het Marianum in Groenlo is het niet ongebruikelijk om leerlingen rechtstreeks te vragen wat zij nodig hebben. Na de eerste coronagolven begon de school met een serie Onderwijscafés om beter zicht te krijgen op de gemoedstoestand en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Daar ontstonden zulke mooie gesprekken dat de cafés een traditie lijken te worden, vertelt docent Ivar Gierveld. Hij is een van de initiatiefnemers en zorgt er onder meer voor dat de uitkomsten van de cafés op tafel komen in de teamvergaderingen van docenten. Ook dit schooljaar worden er weer cafés georganiseerd waar leerlingen een uur lang met elkaar en met medewerkers van gedachten wisselen over onderwerpen die het onderwijs raken. De cafés zijn een leuke manier om te sparren over hoe het op school beter kan, vindt Max. Net als de bijeenkomst van vanmiddag trouwens, zegt Timo. ‘Het is fijn dat iedereen het woord kan krijgen en dat je gewoon echt kunt zeggen wat je vindt.’
En wat vinden de leerlingen dan van de manier waarop docenten hen helpen om zelf de regie over hun leerproces te pakken? Dat wisselt, zo blijkt als hen wordt gevraagd om goede en minder goede voorbeelden aan te dragen. Wat goed werkt, is als docenten bij een nieuw stuk leerstof bijvoorbeeld eerst voorkennis activeren: “Wat weten jullie zelf al over dit onderwerp?”. Of als leerlingen voor een opdracht of werkstuk zelf een onderwerp mogen kiezen dat hun interesse heeft. Het gaat er vooral om ‘dat je als leerling aan het denken wordt gezet’, zegt Alyssia, en daar is iedereen het wel mee eens. Maar of dat het beste bereikt wordt als docenten leerlingen heel vrij laten, daarover verschillen de meningen. ‘Dat vindt echt niet elke leerling fijn’, zegt Eva, die bij een recente portfolio-opdracht bijvoorbeeld liever meer sturing had gehad. ‘Maar het werkt wel’, vindt Max: ‘van vallen en opstaan leer je het meest'.
Doordenkend constateert Anne dat het eigenlijk vooral belangrijk is dat docenten je in de denkstand zetten. ‘Dat ze je laten nadenken over je eigen vragen bij de stof. Vaak weet je het antwoord wel, maar heb je iemand nodig die even wat richting geeft.’ Veel docenten doen dat, zeggen de leerlingen. Wel denken ze dat docenten nog beter zouden kunnen inspelen op hun verschillen in behoefte aan ondersteuning. Sommige leerlingen doen hun schoolwerk vol zelfvertrouwen en twijfelen zelden aan hun aanpak of product; anderen hebben meer behoefte aan uitleg, toetsen en feedback om er zeker van te zijn dat ze de stof beheersen en hun werk voldoende kwaliteit heeft. Opdrachten moeten duidelijk zijn, dat vinden ze allemaal. Maar waar Max bij de uitvoering het liefst zo min mogelijk sturing krijgt (‘daarmee word je het beste klaargestoomd voor de universiteit’) vindt Veerle ‘het juist fijn als een docent bij een opdracht tussendoor even meekijkt’ en stuurt ook Alyssia verslagen bij voorkeur even voor feedback naar de docent voordat ze ze definitief inlevert.
Voor die verschillen moet ruimte zijn, constateren de leerlingen als ze aan het eind van de bijeenkomst hun conclusies samenvatten in vijf adviezen aan de school (zie kader pagina 25). Ze zouden graag vaker zelf kunnen kiezen of ze uitleg volgen. Zónder dat de docent daar direct of indirect toch een oordeel over geeft (“Jou zou ik toch wel aanraden te komen…”). Jezelf eigenaar voelen van je eigen leren wordt ook makkelijker als docenten ‘aangeven waarom je bepaalde leerstof moet leren’, vindt Fie. En, constateert de groep, als docenten wat vaker zouden overleggen over de tussentijdse leermomenten die ze inbouwen om te checken of leerlingen bij een vak op koers liggen. “Hoeveel van die momenten moeten er zijn? Moeten het toetsen zijn voor een cijfer of willen jullie liever inhoudelijke feedback?" In de meeste gevallen zal het antwoord luiden: geregeld een tussentijds toetsmoment, maar minder cijfers en meer diepe feedback.
Daar waar wel cijfers worden gegeven, helpt het als ook gedrag en werkhouding meetellen, zegt Eva. ‘Dan voel je je zekerder dat het gaat lukken en ervaar je minder stress.’ Door uitleg en feedback vaker als optie aan te bieden, kunnen docenten beter tegemoetkomen aan de verschillen tussen leerlingen, is de conclusie. ‘Meer keuzemogelijkheden, maar wel onder begeleiding, dat is denk ik wat leerlingen nodig hebben’, vat Ruben samen.
Maar hoe moet het dan met de leerlingen waar Eva het in het begin van de bijeenkomst over had? De leerlingen die – al of niet tijdelijk – in zichzelf nog niet de motivatie kunnen vinden om eigenaar te zijn van hun eigen leren? Voor die leerlingen maakt het een groot verschil als zij zich wel door docenten gerespecteerd voelen, zegt Menno. ‘Ook een leerling die problemen veroorzaakt wil gezien worden.’ Respect werkt motiverend, zegt Anne: ‘Als je uit jezelf niet zo gemotiveerd bent, helpt het als je het voor de leraar kunt doen. En dat ga je alleen doen als je het gevoel hebt dat je als gelijkwaardig wordt gezien. Respect geeft je het zelfvertrouwen dat je nodig hebt om te kunnen leren.’
Studie- en talentcoach Mandy Stokkers van Marianum Groenlo maakte een handige lesbrief bij dit speerpunt. In zes stappen komen leerlingen tot concrete adviezen voor hun eigen school, waarbij zij zelf zoveel mogelijk eigenaar zijn van het proces. De lesbrief is voor alle Carmelscholen beschikbaar via Carmel Intranet. Je vindt ‘m op Carmel Intranet bij Carmeldocumenten.
Dit adviseren leerlingen van Marianum Groenlo: 1. Laat ons vaker zelf kiezen of we uitleg willen volgen… … zonder dat de docent of medeleerlingen daarover oordelen. 2. Zoek een balans tussen cijfers en werkhouding Dat motiveert ons meer om bij het leren initiatief en eigenaarschap te tonen. 3. Overleg met ons over het aantal meetmomenten en de vorm daarvan Sommigen van ons zien toetsen als een welkome stok achter de deur, anderen krijgen er vooral stress van. 4. Wees respectvol Het geeft ons veel zelfvertrouwen als we ons door docenten gehoord en gezien voelen. 5. Bouw samen aan een feedbackcultuur Diepere feedback helpt ons om meer eigenaar te worden van ons leerproces.
Tekst: Suzanne Visser Fotografie: Niki Kits-Polman
Categorieën: Nieuws Tags: Marianum/ Kennis is maar de helft/ Ruimte in verbinding Vertoningen: 938