Terwijl leerlingen zich verdelen in groepjes zie ik één leerling aandachtig naar haar laptop turen. Als ze merkt dat ik haar richting op loop, vraagt ze me op de man, of liever gezegd vrouw, af: “Mevrouw, hoe oud bent u eigenlijk?” Ik had van alles verwacht, maar deze zag ik niet aankomen. “Nou, eind van het jaar word ik 60”, antwoord ik. “Oh echt? Dat had ik niet gedacht.” Dat compliment steek ik maar in m’n zak. En dan vervolgt ze. “Weet u, ik moet later waarschijnlijk doorwerken tot ik 70 ben, zé-vén-tíg! Dat is toch niet normaal?”. Met een diepe zucht glijdt ze onderuit op haar stoel alsof ze per direct alles uit haar handen wil laten vallen vanwege deze schokkende ontdekking. Tja, daar zit je dan. In de schoolbanken in de eerste klas van het voortgezet onderwijs. Ik kan me voorstellen dat veertig al oud is, laat staan het idee dat je zeventig moet worden voordat je kunt stoppen met werken.