Blog Fridse Mobach
dinsdag 24 september 2019
We hebben een nieuwe, nou ja, ‘we’... Beter geformuleerd is het eigenlijk: ‘zé’ hebben een nieuwe. Ten minste, dat houd ik mezelf steeds voor. De rest van het gezin wilde het namelijk graag en ik liever niet. Dus: ‘ze’ hebben een nieuwe hond, de vorige hond is eind 2018 overleden. Heel verdrietig was dat. Ik dacht: na al dat verdriet: nu zal er wel geen meer komen. Maar dat schatte ik verkeerd in, de ‘nieuwe honden’-lobby bleek te sterk en hield niet op. In het onderhandelingsproces heb ik er het maximale uitgehaald. Dat er een nieuwe zou komen was duidelijk niet te stoppen. Ik ben alleen volledig gevrijwaard van alle hondentaken. Althans, dat was de afspraak, en - het moet gezegd - in de praktijk loopt dat ook zo. Ik hoef niet te wandelen met hond en bijbehorend poepzakje, geen ongelukjes in huis op te ruimen, etc. Toch woon ik met ‘het’ onder één dak en er zijn momenten dat ik alleen met haar (het is een zij) verkeer als de rest van het gezin weg is. Zelfs als de hond er niet is en ik op blote voeten door het huis loop word ik met de hond geconfronteerd: kilo’s zand plakken dan aan mijn voetzolen. Ik moet het onder ogen zien: ‘we’ hebben een nieuwe hond. Ik zie wel in dat de nieuwe hond per saldo het totale gezinsgeluk vergroot, zelfs met inbegrip van mijn ongeluk is het gelukssaldo van het gezin zeer positief. Nu ik die gedachte heb omarmd ebt mijn verzet tegen de alom aanwezige viervoeter in mijn woning steeds een stukje weg. Want gezinsgeluk is ook mijn geluk. Ik gun mezelf dat ik ook gezellig met Fjen de hond mag wandelen of spelen. Nu nog de hondenpubertijd doorkomen.
Afgelopen week bekroop mij een vergelijkbare gedachte tijdens een enthousiaste presentatie van een collega van de ‘andere familie’ Carmel. Het motto was: zó willen we werken in de onderwijsondersteunende processen. Er werd geschetst dat uniforme ondersteunende processen bijdragen aan kwaliteit en het verlagen van de kosten, wat noodzakelijk is vanwege de daling van het leerlingenaantal. De bedrijfsvoering moet toekomstbestendig worden, en het geld dat we daarmee ‘verdienen’ kunnen we dan gebruiken voor het onderwijs. Maar door dat uniformeren worden allerlei in het verleden aangelegde noodverbandjes losgetrokken, met incidenten als gevolg. Het was goed om te zien dat de betrokken collega vol vertrouwen was dat het na de nodige aanloopperikelen helemaal goedkomt. Sterker nog, dat het beter wordt in de ondersteuning. Kortom zo zouden we allemaal moeten willen werken. Vastberaden en niet van ophouden wetend keek de collega de vergaderzaal in. Het leek de hondenlobby wel. Zou hij soms mijn gezin kennen? Ik leek in elk geval geen keus meer te hebben en wat ik van mezelf weet is dat ik niet houd van ‘moeten’. Een vergelijk met het hondenvraagstuk dringt zich op. In het pleidooi van de enthousiaste collega schuilt een vraag aan ieder van ons: willen en zijn we in staat ons te verbinden aan iets dat ons gezamenlijk beter maakt, hoewel het voor jezelf misschien niet je eerste keus is? Hier ga ik maar eens over nadenken als ik met de hond wandel, nu al zin in!
Categorieën: Nieuws/ Blogs Tags: College van Bestuur/ Blog/ Fridse Mobach Vertoningen: 2045