Programma Versterking Kwaliteit Onderwijs
donderdag 13 oktober 2022
Programma Versterking Kwaliteit Onderwijs. Achter de naam gaat het streven schuil om de Carmelscholen en andere relevante partijen meer te laten samenwerken, ook op het gebied van onderwijsontwikkeling en -innovatie. ‘Eigenlijk gaat het om de vraag hoe we de leerling kunnen helpen bij het leren leren’, verduidelijkt programmamanager Christel Wolterinck. ‘Dus willen we het klein houden: de kwaliteit zit in de scholen’, vindt Greetje Sulimma, lid centrale directie van het Bonhoeffer College in Enschede.
De bron van het programma is verwondering, vertelt Marjan Weekhout. Naast rector van het Twents Carmel College in Oldenzaal is ze voorzitter van het Convent van Schoolleiders en het Beraad Onderwijs. ‘We zien dat er veel gebeurt rond het programma Toekomstbestendige Bedrijfsvoering’, legt ze uit. ‘Dat gaat over de ondersteunende processen terwijl onderwijs toch onze core business is. We vroegen ons af waarom we nooit zo'n programma voor het onderwijs in het leven hebben geroepen. Dat hebben we nu gedaan.
Als programmamanager is Christel Wolterinck aangezocht, zij is conrector Onderwijs en Onderzoek aan het Marianum in Groenlo. Ooit begon ze als docent scheikunde en na een slecht gemaakt proefwerk vroeg ze zich af wat ze daaraan zélf had bijgedragen. Dat zette haar op het spoor van het formatief toetsen, waarop ze in december promoveert aan de Universiteit Twente (UT). ‘Mijn studie gaat over docentprofessionalisering in formatief toetsen, een complexe vaardigheid. Daarvoor hebben we een training ontworpen en de effecten bekeken. Als programmamanager wil ik me bewegen op het snijvlak van wetenschap en praktijk, om actuele wetenschappelijke inzichten in te zetten in de praktijk van het onderwijs; voor het leren van de leerling en het handelen van de docent’, licht ze toe. Ze is dan de kennismakelaar die alle verschillende partijen bij elkaar brengt: de scholen, de kwaliteitsmedewerkers van de scholen (verenigd in het netwerk kwaliteitszorg), partners uit de onderwijsketen en externe partijen als Universiteit Twente en Cito.
‘Er zijn binnen de scholen veel initiatieven voor onderwijsontwikkeling en -innovatie’, weet Christel. ‘Toch trekken we slechts mondjesmaat samen op. Door mensen, initiatieven en nieuwe wetenschappelijke inzichten met elkaar te verbinden en door elkaar te voeden, willen we de kwaliteit versterken en de opbrengsten van projecten verduurzamen en borgen.’ Zonder een nieuwe organisatie in het leven te roepen: ‘Het is een programma, dat opereert binnen de bestaande structuur van Carmel. We streven naar een professionele leergemeenschap. Dat is een veelbelovende manier, weten we uit de wetenschap.’
En gaat de leerling daarvan iets merken? Christel antwoordt bedachtzaam. Niet onmiddellijk, het programma is immers net gestart. Op de langere termijn wel: ‘We verzamelen informatie over het leerproces van leerlingen en hoe we daarop kunnen inspelen.’ Greetje Sulimma ziet ernaar uit: ‘Het zou mooi zijn als we elke dag bewust met kwaliteit bezig zijn; elke dag reflecteren. Hoe kunnen we de leerling toerusten voor de volgende stap? Wat hebben wij daar zelf voor nodig?’ ‘Als we daar een systematiek voor ontwikkelen, kunnen we nog meer betekenen.’
Binnen het programma Versterking Kwaliteit Onderwijs geldt leerlingfeedback overigens al als een van de speerpunten. Christel: ‘We willen veel meer met de leerlingen in gesprek gaan over ons onderwijs. Hoe ervaren zij dat? Wat zou beter kunnen, wat hebben zij nog meer van ons nodig? Dan gaat het ook over het handelen van de docent en het didactisch repertoire. Leerlingfeedback helpt om zaken scherper te krijgen.’ Ze noemt nog andere onderwerpen die aan de orde komen, zoals recent de borging van de kwaliteit van toetsing en examinering, waarvan de training toetsbekwaamheid voor docenten een onderdeel is. Actueel is de monitoring van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), dat scholen van de middelen voorziet om achterstanden in te lopen als gevolg van de recente lockdowns. ‘Daar gaat het om de vraag naar de impact van de gekozen interventies. Heb je het probleem opgelost? Je praat over ambities, maar we weten nog niet goed hoe die te monitoren. We willen daarover het gesprek voeren, om een handreiking ‘De kwaliteit van de kwaliteit’ te kunnen samenstellen.’
De evaluatieve cyclus die ook het formatieve leren kenmerkt staat aan de basis van alles wat Christel en de andere betrokkenen (‘We doen dit samen, het is niet van mij’) onderzoeken. Dat betekent werken vanuit heldere doelen, het benoemen van wat als succes mag worden beschouwd en op basis van verzamelde informatie gericht vervolgacties ondernemen. Daar begint de beweging, die onderweg geregelde momenten van evaluatie en reflectie kent. Zo nodig, kan dan de koers worden bijgesteld. Deze trits (Feedback, Feed Up en Feed Forward) maakt de leerling in de klas meer tot eigenaar van zijn leerproces, maar is ook voor andere processen waardevol.
‘Zo bereiden we ook de mid-term review van Koers 2025 voor. We zijn bijna halverwege, hoe staan we ervoor, wat staat ons te doen?’, zegt Christel. ‘Je kunt ook denken aan de Carmelambitie ‘Kennis is maar de helft.’ Als je uitspreekt om meer dan alleen cognitieve vaardigheden te willen bijbrengen, heeft dat ook voor docenten consequenties.’ Door de evaluatieve aanpak ontstaat de ruimte om het ook daarover te hebben en doelen te stellen. En om te onderzoeken en te experimenteren. Het programma Versterking Kwaliteit Onderwijs loopt in elk geval tot 2025 en valt daardoor samen met de termijn van Koers 2025. ‘Door de verbinding hopen we leerlingen, instellingen en collega’s het nodige te kunnen bieden’, besluit Christel.
Daar wordt naar uitgezien. ‘Als schoolleider verwacht ik dat het programma ons helpt om de kwaliteit professioneler in te richten. Christel staat garant voor de verbinding met recente evidence based wetenschappelijke inzichten. Het is leren van en met elkaar en ervoor zorgen dat in alle lagen het eigenaarschap van de kwaliteitszorg wordt gevoeld’, verwoordt Marjan Weekhout. ‘We streven naar een echte kwaliteitscultuur, op alle niveaus. Professionele doelen stellen en dan monitoren: is het gelukt? En reflecteren: wat is er nog nodig, wat moet onze volgende stap zijn? Zodat we het gesprek daarover blijven voeren.’
Greetje Sulimma, ook betrokken bij de monitoring van het NPO, en bij de zelfevaluaties en collegiale visitaties, uit een overeenkomstige wens: ‘Ik hoop dat dit programma eraan bijdraagt dat we allemaal weten wat kwaliteit inhoudt, wat het betekent en welke functie het heeft. Van binnenuit, dat het iets is waarmee we elke dag vanzelfsprekend bezig zijn. Dat we voortdurend stilstaan bij de vraag: hoe help ik de leerling verder en wat heb ik daarbij nodig? Want goed onderwijs maakt het verschil, en dat sluit weer aan bij het emancipatoire karakter van Carmel. Die leerlingen voorbereiden en toerusten, daar gaat het om. En dan is het beste niet goed genoeg.’ Tekst: Hans Morssinkhof Fotografie: Niki Kits-Polman
Categorieën: Nieuws Tags: Programma Versterking Kwaliteit Onderwijs Vertoningen: 580