‘We doen dit in het belang van de leerling’
woensdag 21 mei 2025
Sinds 1 januari werken Carmelscholen in twee- of drietallen samen op het gebied van bedrijfsvoering. Omdat dit heel Carmel aangaat, heeft de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) er vanaf het begin over meegedacht. In een gesprek met directeur bedrijfsvoering Vincent Assink, kijkt GMR-voorzitter Martin Meulenbeld terug en vooruit. “Vanaf het begin is gezegd: iedereen doet mee.”
Op de foto staat hij in werkkleding, maar voor het interview heeft hij zijn sporttenue toch maar even verruild voor een T-shirt en een vest. Martin Meulenbeld, voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van Carmel en de deelmedezeggenschapsraad van het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat in Oldenzaal, is in het dagelijks leven docent lichamelijke opvoeding. Een mooie combinatie met medezeggenschap, vindt hij. “Onderwijs is mensenwerk en als we dat goed willen doen, is het belangrijk dat we allemaal op dezelfde manier in de wedstrijd zitten. Van werkvloer tot bestuur. Daar draagt medezeggenschap aan bij.”
Een onderwerp waar Martin de afgelopen periode druk mee bezig is geweest, is het inmiddels gerealiseerde voornemen om Carmelscholen in vijf clusters te laten samenwerken op het gebied van bedrijfsvoering. Dit plan is ingegeven doordat het totale leerlingaantal binnen Carmel de komende jaren blijft dalen, en daarmee ook de bekostiging door de overheid. Dat terwijl de kosten van de bedrijfsvoering stijgen en Carmel in het belang van leerlingen de kwaliteit van de bedrijfsvoering op zijn minst wil handhaven en liever nog verbeteren. “Dit lukt alleen als we het Samen Slimmer aanpakken”, zegt directeur bedrijfsvoering Vincent Assink met een verwijzing naar de naam van het programma.
Bestuur en directie van Carmel vonden het cruciaal dat de gemeenschappelijke en lokale medezeggenschapsraden vanaf het begin meedachten over Samen Slimmer, zegt Vincent. “En niet alleen omdat in de wet staat dat het moet. Samen Slimmer raakt het werk van collega’s, dat willen we samen vormgeven. De kwaliteit van besluiten wordt er beter van als je medezeggenschap een goede plek geeft.” Die intentie heeft de GMR ook ervaren, zegt Martin: “We zijn vanaf het begin in alles meegenomen. Zo was Vincent regelmatig bij ons in de GMR om uitleg te geven. Vanaf dag één is gezegd: medewerkers in de bedrijfsvoering hoeven niet bang te zijn voor hun baan, iedereen blijft meedoen. Het kan zijn dat je deels andere taken krijgt, maar iedereen blijft aan boord. Dat was een belangrijke reden voor ons als GMR om te zeggen: ga die clusters maar maken.”
Na het positieve advies van de GMR over de clustering moesten de centrale medezeggenschapsraden van alle instellingen nog advies geven over de plannen voor hun eigen cluster. Martin: “Ook dat is goed verlopen. Van Haren tot Eindhoven en van Gouda tot Oldenzaal, ik heb niet gehoord dat er ergens een kink in de kabel heeft gezeten.” Vincent beaamt dat: “Er zijn lokaal goede gesprekken geweest, die op alle scholen tot een positief advies hebben geleid.”
Op 1 januari 2025 kon de samenwerking binnen de clusters echt beginnen. Wat zijn de eerste geluiden uit de praktijk? Vincent: “Wat ik hoor, en dan niet alleen van directeuren en coördinatoren, maar ook van collega’s in de uitvoering, is dat medewerkers het contact met collega’s op andere scholen in hun cluster ontzettend leuk vinden. Er is veel onderlinge herkenning: ‘Hé, jij doet hetzelfde werk als ik, zullen we ervaringen uitwisselen?’. Dat is belangrijk, want om Samen Slimmer tot een succes te maken, is het hard nodig dat iedereen meedenkt. Als we de kwaliteit van bedrijfsvoering voor de toekomst willen garanderen, moeten we echt samen kijken: hoe doen we dit het slimste en wáár?”
Bij die afweging spelen de vakgroepen met medewerkers bedrijfsvoering uit alle clusters een grote rol (bekijk de interactieve presentatie). Vincent: “Soms concluderen de vakgroepleden: dit is iets wat we het beste collectief kunnen regelen. Zo hebben we de ICT-coöperatie Sivon nu gevraagd om voor de komende periode in één keer voor alle docenten devices (o.a. laptop) in te kopen. Daar krijgen we een hartstikke mooie prijs voor, die veel lager ligt dan in het verleden. Of neem de gezamenlijke aanmeldapplicatie. Het online aanmelden van nieuwe leerlingen scheelt veel papierwerk op de leerlingadministraties van de instellingen. De vakgroepen hebben hier handen en voeten aan gegeven.”
Een ander voorbeeld van zaken die we slimmer collectief kunnen aanpakken, zijn praktische regelingen voor medewerkers die vroeger per instelling werden uitgevoerd. Vincent: “Denk bijvoorbeeld aan het aanvragen van een computerbril; scholen hebben daar verschillende procedures en regelingen voor. Dat kan beter overal op dezelfde manier.”
Voor andere zaken leidt de vraag ‘wat is slim?’ juist tot een tegenovergestelde beweging. “Neem HR”, zegt Vincent. “Er zijn werkgeverszaken die we het beste collectief kunnen regelen. Maar het advies over hoe je dat alles het beste toepast, kunnen we misschien juist beter dichter bij de scholen gaan organiseren, op clusterniveau. Dus er zijn ook taken die van het collectief naar de clusters gaan. Steeds is het de vraag: waar kunnen we het werk het slimste beleggen?”
Regelmatig luidt het antwoord ook: op de locaties. Dat geldt voor veel uitvoerende taken, het werk van conciërges bijvoorbeeld. Zij hoeven echt niet bang te zijn dat ze zomaar naar een andere school binnen het cluster worden overgeplaatst. “In het begin hadden conciërges daar wel zorgen over, maar ik geloof dat die nu wel zijn weggenomen”, zegt Martin. “Natuurlijk kan iemand een keer de vraag krijgen om even bij te springen op een andere locatie binnen het cluster. Maar veel uitvoerende medewerkers zijn juist op hun eigen locatie heel belangrijk.”
Vandaar dat het vooral de bedrijfsvoeringsmedewerkers met een meer ‘tactische’ rol zijn die in hun dagelijkse werk te maken hebben met de samenwerking binnen hun cluster. Uitvoerende medewerkers merken er niet zoveel van. Voor leerlingen en ouders geldt hetzelfde, hoopt Vincent. “Dat is het paradoxale aan bedrijfsvoering: het liefst wil je dat mensen er niks van merken, want dan loopt het op rolletjes.”
Voor het slagen van Samen Slimmer is het wél belangrijk dat schoolleiders alle medewerkers goed blijven meenemen in de urgentie en de doelen, vindt Martin. “In een uitvoerende functie zie je niet vanzelfsprekend het hele plaatje. Ik ben voorzitter van de GMR en van de deelmedezeggenschapsraad op onze locatie, en dan nog zie ik lang niet alles. Wel weet ik dat we met de bedrijfsvoering voor een grote opgave staan: ruim 10 miljoen op de kosten besparen tussen nu en 2038, dat is niet niks. En het moet lukken, anders gaat het op termijn ten koste van het onderwijs. Die boodschap moet goed verteld worden.”
Tekst: Suzanne Visser Fotografie: Niki Kits-Polman
Categorieën: Nieuws Tags: Vertoningen: 110