maandag 25 april 2016
Door de aanhoudende vluchtelingenstroom groeit het aantal jonge asielzoekers in het onderwijs explosief. Wat zijn de ervaringen op Carmelscholen?
Het is lang geleden dat een vluchtelingencrisis van deze omvang Europa raakte. Vorig jaar kwamen 58.000 asielzoekers naar Nederland en – indammende maatregelen of niet – het ziet er niet naar uit dat die stroom op korte termijn zal zijn opgedroogd. Inmiddels heeft bijna iedere Nederlander er wel op een of andere manier mee te maken gehad. Voor leerlingen van het Twents Carmel College De Thij in Oldenzaal was de eerste kennismaking met ontheemde leeftijdgenoten en hun families een bijzondere ervaring. Honderden vluchtelingen werden voor noodopvang ondergebracht in de sporthal van de school. Voor de locatiedirectie stond meteen vast dat dit een kans was om iets voor anderen te betekenen. Het pakte boven verwachting uit. Leerlingen raakten op het plein met jonge vluchtelingen in gesprek en speelden met de kleine kinderen. Docenten muziek en beeldende vakken gingen met hun klassen naar de sporthal en verzorgden daar workshops om het lange wachten te verlichten. Ook werd in lessen veel over het vluchtelingenvraagstuk gepraat. Toen de groep na enkele dagen weer naar een andere locatie vertrok, bleek het voor beide kanten verrijkend geweest.
Schakelklas Andere Carmelscholen hebben op permanente basis met jonge migranten te maken. Zij bieden onderwijs aan asielzoekerskinderen binnen één of meer internationale schakelklassen (ISK). Vorig jaar had twaalf procent van alle binnenkomende vluchtelingen de leeftijd van leerlingen in het voortgezet onderwijs. De negentig ISK’s die Nederland momenteel telt, slaan een brug tussen de onderwijskundige bagage waarmee deze jongeren binnenkomen en het Nederlandse voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Een van deze scholen is Etty Hillesum Lyceum Het Stormink in Deventer, waar momenteel zo’n 125 leerlingen in kleine groepen ISK-onderwijs volgen. Voor teamleider ISK en basis/kader Janneke Voortman van Het Stormink lijdt het geen twijfel dat dit type onderwijs tot de opdracht van Carmel behoort. ‘Dit is echt een voorbeeld van ”heel de mens”. Ieder kind heeft recht op onderwijs. Al deze kinderen zijn unieke mensen met eigen behoeften en wij zien het als taak ze voor te bereiden op deelname aan de samenleving.’ Om die reden kiest Het Stormink als het enigszins kan ook voor huisvesting binnen het gewone schoolgebouw. En waar de net gearriveerde leerlingen voornamelijk les krijgen van speciaal opgeleide docenten NT2 (Nederlands als tweede taal), krijgen leerlingen die er bijna aan toe zijn om uit te stromen naar de havo of het mbo, les van ‘gewone’ vakdocenten.
Vrolijk Een verschil met Nederlandse leerlingen is dat vluchtelingenjongeren over het algemeen heel wat hebben meegemaakt. Toch staat dat in het onderwijs niet centraal, zegt teamleider ISK Sander de Jong van het Carmelcollege Gouda De Meander (momenteel 11 klassen). ‘Je moet niet onderschatten hoe heerlijk het voor zo’n jongere is om gewoon naar school te kunnen. Even weg uit de onzekerheid, de verveling. School is ontspanning. Zo gauw ze een beetje zijn gewend, zijn het in de klas meestal vrolijke kinderen die in gedrag niet afwijken van andere leerlingen. Wat er intussen allemaal in die koppies omgaat is natuurlijk wel een andere zaak. Daar maken mijn collega’s en ik ons zorgen over. Ook al zijn wij geen traumadeskundigen, wij willen daar beter mee leren omgaan en daarom zullen wij ons meer moeten oriënteren op een scholingsprogramma.’ Omdat ISK als schooltype al decennia lang draait, staat het onderwijs over het algemeen stevig op poten. Lesmethoden, didactiek: het is er allemaal en de meeste scholen hebben er ruime ervaring mee. Wel leidt de explosieve groei (vorig jaar 35%) volgens de VO-raad tot capaciteitsproblemen: te weinig lokalen, achterlopende bekostiging en vooral te weinig gekwalificeerde docenten. Bij de twee Carmelscholen valt het mee: Het Stormink merkt weinig van de problemen; De Meander heeft vooral last van het docententekort.
Op maat Kenmerkend voor de ISK is dat het onderwijs op maat is. Dat kan ook niet anders: door het hele jaar heen komen er leerlingen binnen en gaan er leerlingen weg. Ook zijn de niveauverschillen enorm; van analfabeet tot vwo-niveau. Wettelijk gezien geldt voor de ISK het gewone curriculum van het voortgezet onderwijs, maar het hangt van de leerling af wat haalbaar is. Na binnenkomst wordt daarom eerst het niveau van een leerling in kaart gebracht. Daarna gaat de leerling aan de slag met een programma op maat, waarin in elk geval Nederlands als tweede taal en rekenen een belangrijke rol spelen. De Jong: ‘Analfabete leerlingen volgen bij ons daarnaast vaak praktijkvakken, andere leerlingen doen wiskunde en Engels, maar er zijn ook leerlingen die gastlessen volgen in het tweetalig vwo of die zich voorbereiden op de staatsexamens NT2 omdat zij willen doorstromen naar mbo als opmaat naar het hbo.’ Vanwege die extreme verschillen is kunnen differentiëren voor een ISK-docent een eerste vereiste, besluit De Jong. ‘Er wordt in het onderwijs momenteel veel gepraat over gepersonaliseerd leren en wat dat vraagt van docenten, maar onze docenten doen dat al lang.’
Bekijk ook ons filmpje over de ISK-klassen in Deventer: https://www.youtube.com/watch?v=0jnMXSodT14.
Categorieën: Nieuws Tags: Vertoningen: 2316