donderdag 22 september 2016
‘Per vak, leerinhoud of onderdeel bieden wij (…) een op de leerling aangepast programma voor herhaling, verdieping, verrijking of remediëring.’ Zo beschrijft Koers 2020, de strategische visie van Stichting Carmelcollege, de ambitie om in te zetten op gepersonaliseerd leren. De leerling krijgt meer ruimte voor eigen keuzes. Het Mondriaan College in Oss (locatie van Het Hooghuis) en Het Stormink in Deventer (locatie van het Etty Hillesum Lyceum) vertellen over hun ervaringen.
Nog eens Koers 2020: ‘Het gaat ons (…) om het leerproces waarbij leerlingen op hun eigen wijze en in hun eigen tempo werken aan leerdoelen.’ Maar hoe gaat dat in de praktijk? Rob Nijhuis, docent Frans op Het Hooghuis, locatie Mondriaan College, geeft het voorbeeld van een lesblok van zes weken. De leerdoelen zijn bekend, ook bij de leerlingen. Laat er eens een leerling zijn die de eindtoets al na drie weken wil maken. Nijhuis acht het mogelijk: ‘De ene leerling is sneller en gemotiveerder dan de andere.’ En als die leerling de toets haalt? ‘Dan kan hij of zij de rest van het blok gebruiken voor een ander vak dat meer tijd en aandacht nodig heeft. Zo bepalen leerlingen meer zelf, ze zijn minder afhankelijk van de docent.’
Lasse Jaarsveld, docent Nederlands op het Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Stormink, herkent Nijhuis’ uitspraak. ‘Ik ben vaak sceptisch over onderwijsveranderingen, maar dit past in onze tijd. Leerlingen worden individualistischer en willen meer zelf kunnen regelen. Wij bieden daarom meer keuzes, zodat ze meer regie over hun eigen leerproces krijgen en nemen.’ Hij vervolgt: ‘Recht doen aan verschillen tussen leerlingen betekent ook: recht doen aan verschillen in leerstijlen. Ik bied de stof op drie manieren aan. Allereerst door zelf uit te leggen. Maar soms hebben leerlingen even geen behoefte aan een klassikale les. Zij kunnen, gewoon met de oortjes in, de stof als tekst oproepen op hun laptop of via een filmpje bestuderen. Iedere leerling kiest zelf de manier die op dat moment het best past.‘
Basis op orde Er gaat natuurlijk een verhaal aan vooraf. ‘We constateerden een paar jaar geleden dat we de basis op orde hadden’, vertelt Femke Loos, Leerlabcoördinator van Het Stormink. ‘Dat gaf gelegenheid om met leerlingen, ouders en docenten in gesprek te gaan over de vraag hoe wij de beste schooltijd voor onze leerlingen kunnen creëren. Uit deze gesprekken kwam een grote wens naar keuzevrijheid naar voren. Onze locatiedirecteur heeft op dat moment voorgesteld deel te nemen aan één van de Leerlabs.’
Anders verliep het op Mondriaan College. Linda le Grand, ICT-ambassadeur, vertelt dat de school al vier jaar werkt volgens het principe “Bring Your Own Device” (BYOD). ‘Indertijd wilden we, net als nu, aansluiten bij de moderne samenleving. Geleidelijk kwam het besef dat we die techniek ook kunnen gebruiken om meer te differentiëren. We hebben ons vervolgens aangesloten bij het Netwerk Gepersonaliseerd Leren. Bij het einde daarvan ging Leerlab van start. We hebben ons aangemeld en werden uitgekozen.’
Leerlab is een initiatief van Leerling 2020. Het project brengt deelnemende scholen in groepen (het “lab”) bijeen, om samen te zoeken naar oplossingen voor problemen rond gepersonaliseerd leren. Gebruikmakend van elkaars ervaringen en kennis, en ondersteund door een coach, proberen ze de gewenste leer- en werkvormen te realiseren. Elk lab buigt zich over eigen vraagstukken. ‘Onze vraag is: hoe koppelen we curriculum, content en platform zo aan elkaar dat we zicht krijgen op de individuele leerling?’, legt Loos uit. ‘Wij zoeken ondersteuning bij differentiatie, formatief toetsen en de organisatie’, vult Le Grand haar aan. Allebei zijn ze vol lof over de coach, die veel kennis, expertise en een netwerk inbrengt.
Ondersteuning Aan die ondersteuning bestaat behoefte, want het vraagt het nodige om de gewenste situatie te bereiken. Alleen al van de docent, heeft Jaarsveld ervaren: ‘Als ik de stof op drie manieren aanbied, moet ik durven vertrouwen dat mijn leerlingen serieus aan de slag gaan. Als leraar moet je loskomen van je veilige methode.’ En dat is nog maar één kant. Loos: ‘Het is belangrijk leerdoelen te bepalen en keuzes te maken. Vervolgens koppel je hieraan leerstof die je op verschillende manieren en niveaus aanbiedt. ICT heeft daarbij een ondersteunende rol, daarmee kun je de leerling volgen en adviseren over de leerweg die het best bij hem of haar past. Wij gebruiken hier It’s Learning en Wikiwijs. Mede door Leerlab zijn we met de makers in gesprek, om te weten wat er in de toekomst allemaal mogelijk is.’
In Oss, immers al vier jaar onderweg, verloopt de zoektocht anders. Een groep van omstreeks twintig docenten probeert uit wat mogelijk is, om aan de hand daarvan te kunnen verbreden. Nijhuis heeft in april een presentatie verzorgd aan alle collega’s. Daarin heeft hij een filmpje verwerkt waarin leerlingen aan het woord komen. ‘Ze constateren dat het anders is en leuker. Het spreekt aan dat ze hun toets in de cloud maken en meteen het resultaat zien. Dat maakt de bespreking in de klas interessanter.’ Bij een andere toets krijgen leerlingen feedback van hun medeleerlingen als “peers”. ‘Die bekijken het werk van hun klasgenoot en geven direct een reactie. “Let nou eens hierop!” Dat werkt heel goed.’ In september volgt een studiereis naar Finland: ‘We willen daar zien hoe we onze pilot over formatief toetsen kunnen uitbreiden.’
Beide locaties zien een positieve respons tijdens en na presentaties aan collega-docenten. ‘We kunnen nu voorbeelden laten zien. Collega’s zijn nieuwsgierig en betrokken. Belangrijk is dat het dichtbij blijft. Je organiseert het als docent zelf. Zo komt het in de school, het wordt binnen Het Stormink breed gedragen’, weet Loos. Misschien nog aansprekender is het enthousiasme van ouders tijdens een informatieavond. Dat heeft mede geleid tot het besluit om in het nieuwe schooljaar met drie pilotklassen te starten. ‘We hebben een jaar uitgezocht wat kan en werkt, we gaan het nu in de praktijk toepassen.’
‘Bij ons weegt zwaar dat we kunnen laten zien dat de leerlingen betere resultaten bereiken. Ze weten wat ze goed doen en waar ze nog kunnen verbeteren. We houden de collega’s wél voor dat doorzettingsvermogen gewenst is. Als iets niet lijkt te werken, doe je er goed aan om het nog eens te proberen’, weet Nijhuis. Het Stormink laat volgend jaar met behulp van Leerlab de resultaten monitoren. ‘Ik verwacht meer motivatie en zelfregulatie, wat mogelijk leidt tot meer tevredenheid. We gaan ook zeker de leerlingen vragen naar hún ervaringen en beleving’, blikt Loos vooruit.
Hartstochtelijk Gepersonaliseerd leren blijkt dus een werk in uitvoering. In meer dan één opzicht, benadrukt Le Grand. ‘Voor méér gepersonaliseerd leren hebben we nog zoveel meer materiaal nodig.’ Ze legt uit dat alleen al het overbrengen van een toets in Quayn anderhalf uur kost. Daar komt dan de tijd bij die nodig is om het systeem in staat te stellen elke leerling andere vragen voor te leggen (randomiseren). ‘We overwegen daar tijdelijk iemand voor aan te trekken, die kan het sneller en goedkoper dan een docent. Een docent moet dat helemaal niet doen; het is de bedoeling dat de ICT hem of haar ontlast zodat hij of zij meer tijd heeft voor de leerling.’ Het brengt haar tot wat ze “een hartstochtelijk pleidooi” noemt: ‘Hier kunnen we als Carmel waanzinnig veel samen doen, we kunnen echt meters maken.’
Het kan de volgende stap zijn, meent ze. ‘We overleggen veel, bijvoorbeeld in de Carmelbrede werkgroep ICT. Ik wil graag naar een praktische fase waarin we naast kennis en ervaringen ook content uitwisselen. Volgens mij kan Carmel hierin veel betekenen.’
Focus op humanware ‘Onderwijs en ICT: de focus op humanware, niet op hardware.’ Dat was het thema van de jaarlijkse Schoolleidingendag, op 14 april 2016 in Wolfheze, die in het teken stond van Onderwijs en ICT. Parallel was er een sessie voor leraren Nederlands. ‘Ze hebben elkaar laten zien hoe zij gebruikmaken van digitale middelen om het onderwijs te verrijken’, zegt Ben Kokhuis, voorzitter van de Centrale Directie van Pius X College en Canisius (Almelo) en lid van de werkgroep Onderwijs en ICT. Er waren 35 docenten Nederlands bij aanwezig.
‘We willen als Carmel meer een kennisalliantie zijn en organiseren daarom als Stichting bijeenkomsten waar docenten elkaar treffen’, weet Kokhuis. Hij ziet terug op een geslaagde dag en memoreert ook de voordracht van gastspreker Michel van Ast, die scholen adviseert en traint bij de inzet van ICT in hun onderwijs. ‘Het was een boeiende voordracht over de rol van ICT in de wereld van de nieuwe generatie.’ Hij ziet de opbrengst van de dag terug in zijn eigen school: ‘Docenten Nederlands van Pius X College zijn al naar Lyceum De Grundel, locatie van Scholengroep Carmel Hengelo, geweest voor overleg met hun collega’s daar. Dat strookt met onze opzet: mensen laagdrempelig bij elkaar brengen, daarna is het aan hen om het verder op te pakken.’
Categorieën: Nieuws Tags: Vertoningen: 2517