Werken in je woonplaats: “Hee meneer, hoe is het?”

Werken in je woonplaats: “Hee meneer, hoe is het?”

11 oktober 2021

Toen ik mijn eerste baan als leraar mocht aanvaarden, kreeg ik twee aanbiedingen in hetzelfde weekend. Ik was welkom bij een mavo/havo-school in Doetinchem en bij een vmbo-school in Deventer, waar ik vandaan kom en altijd heb gewoond. Ik koos voor de dichtstbijzijnde optie, met het argument dat het op fietsafstand was. Sindsdien heb ik alleen maar in Deventer gewerkt. Van de vmbo-afdeling ging ik naar onderbouw havo/vwo en uiteindelijk ben ik in de bovenbouw van havo/vwo terechtgekomen. Heerlijk op de fiets naar m’n werk.

Op die manier heb ik dus altijd gewerkt in de stad die mij bekend is, waar ik mijn boodschappen doe, waar ik sport en bijbaantjes heb gedaan. Ik hield mijn leukste weekendbijbaantje, taxichauffeur, nog een tijdje aan, terwijl ik doordeweeks als docent aan het werk was. Zo sprak ik wel eens familieleden van leerlingen, die ik lesgaf, vaak opa’s of oma’s, die ik vervolgens de groetjes liet  doen aan hun kleinkind. Ik heb er altijd veel plezier in gehad om leerlingen tegen te komen in de stad.

Ik nam me wel voor om maar liever geen ondergoed te kopen bij de V&D, waar sommige van mijn leerlingen achter de kassa werkten. Dat zou wellicht toch wat awkward zijn. Supermarkten waren geen probleem, ze mogen best weten dat ik broccoli ging eten die avond of dat ik me liet overhalen om de Coca-Cola in de bonus aan te schaffen en mee naar huis te sjouwen. Ik weet dat collega’s uit andere woonplaatsen opgelucht zijn dat ze geen leerlingen tegenkomen, simpelweg omdat ze ergens anders wonen. Ik begrijp dat het potentieel onhandig kan zijn, maar wat mis je dan een rijkdom!

Mijn kinderen zijn inmiddels zowat van dezelfde leeftijd als mijn bovenbouwleerlingen, dus nu heb ik voormalig klasgenoten, voetbalclubteamgenoten, zoons en dochters van vrienden of buren in de klas. Ik kom ze tegen bij de sportclub, de broodjeszaak, aan de start van een hardlooprun en bij de bushalte. Er is een wereld voor me opengegaan; ze trainen de junioren vol passie, tonen hun talent bij een open dag van de muziekschool of bakken voor mijn hele gezin de patatjes bruin. En wát een toewijding tonen ze daarbij! Het is zo gaaf om te zien hoe mijn leerlingen in een totaal andere context, zo volledig autonoom en professioneel aan het werk zijn, dat ik vanaf zo’n moment op een ander manier naar ze kijk.

Goed, oké, hij ligt nu maar een beetje te hangen tijdens mijn les en dat vind ik razend irritant, maar gisteravond zag ik hem nog bij de club, in de regen, training geven aan een kluwen spelertjes van 10, die hem hoofdpijn bezorgden van het geschreeuw. Hij werd vast tureluurs van het overactieve heen en weer rennen van de boefjes in het juniorenteam, dat ik hem nu maar even laat bijkomen. Wat een gemis als je niet weet wat sommige leerlingen in hun vrije tijd doen! 
 

Olaf Koot, docent 

Box typeimage-with-border
Box colorwhite
Box sizesmall
Tegel summary