Mensen in de trein, bus of metro die constant op hun telefoon kijken, voeren daardoor geen gesprek met medereizigers. We klagen erover dat werkelijk iedereen dat doet. De huidige maatschappij maakt zich er schuldig aan dat we alleen maar continu onze blikken naar beneden richten. Verzonken in onze zakencyclopedie, in plaats van werkelijk contact maken. We lopen daardoor zelfs de kans mis om nieuwe vriendschappen te sluiten.
Vroeger was alles beter…?
Maar is dat wel zo? Maken we nu geen contact meer met elkaar, zoals dat vroeger wel gebeurde? Ik kan me herinneren dat, in de tijd dat mobiele telefoons nog lang niet in opkomst waren (opa vertelt…), veel mensen óók niet van plan waren om een praatje te maken met een wildvreemde medereiziger. Ze durfden het niet, of het werd niet zomaar altijd gewaardeerd, of men wilde rustig een boek of tijdschrift lezen, of men had een koptelefoon van de walkman op. Langdurig oogcontact werd vermeden, tenzij je natuurlijk een appetijtelijke schoonheid tegenover je op de bank zag zitten. Dan had je ineens wél alle aandacht voor je medereizigers.
Echt contact
Maken we geen echt contact meer? Ik was vandaag aan het surveilleren in de pauze op onze school. Hoewel vrijwel alle leerlingen een telefoon op zak of in de hand hadden, was er ter plekke een hels kabaal van met elkaar pratende leerlingen. Soms samen op een telefoon kijkend, maar veelal elkaar aankijkend en lachend. Echt contact maken. We zijn sociale wezens en ieder mens heeft behoefte aan echt contact. Ik ben ervan overtuigd dat dit nooit verdwijnt. We zijn naar mijn mening helemaal niet ‘overgeleverd’ aan onze mobieltjes: in de schouwburg, in het theater, tijdens het eten, maar ook tijdens het sporten, raken we die dingen nauwelijks aan. Zowat iedereen is het erover eens en het kost nauwelijks moeite om de ander ervan te overtuigen dat de norm is, dat je iemand vriendelijk aankijkt als die tegen je praat.
Avondje scrollen
Het echte probleem met die bel-, app- en speeldingen is, wanneer je ’s avonds op de bank, uitgeput na een dag hard werken, je kinderen nauwelijks aandacht geeft, omdat je zelf net zo ver verdiept bent in dat ding als je huisgenoten. We zouden eigenlijk een spelletje moeten doen, maar hoe vaak deden we dat vroeger dan? Toen zaten we toch de hele avond tv te kijken, als we te moe waren om nog op te staan om een spel uit de kast te halen en aan de eettafel te gaan spelen? In een hectische tijd waarin we druk zijn met van alles en nog meer, ligt het meer voor de hand om in de luie stoel te blijven scrollen met dat ding in de hand, dan politieke discussies te voeren of door te vragen over je partners werkdag.
Maar niet in de les
Onze kinderen nemen hier een voorbeeld aan. Hoe kunnen wij van hen verwachten dat ze zonder hun telefoon kunnen functioneren, terwijl wij hem zelf te pas en te onpas gebruiken? Ik zou zeggen: omarm de mobiel! Sta open voor het feit dat dit de realiteit is, dat er zo ontiegelijk veel voordelen zijn aan het letterlijk bij de hand hebben van een minicomputer (bijvoorbeeld om die discussie te kunnen winnen). Natuurlijk realiseer ik me dat zo’n apparaat ook vreselijk veel afleiding geeft en ons de hele dag verleidt om gebruikt te worden, en daarom past die niet in een les. Daar wordt geleerd, uit een boek of van een hoorcollege. Stop dat ding in een bak, buiten bereik van de leerlingen, en geef hen naderhand de kans om te Snappen en hun BeReal te maken. Dat is ook belangrijk om contact te maken.
Olaf Koot, docent Engels en mentor
Box type | image-with-border |
Box color | white |
Box size | large |
Tegel summary | |