Enige tijd terug viel mij de twijfelachtige eer te beurt om onderdeel te zijn van online posts namens twee nepaccounts van school. Geen idee wat er precies stond maar ik kwam er in ieder geval niet positief vanaf. Het scheelt dat ik niet de enige was. Het was een hele line-up, maar toch. Ik hoorde dit vlak voor m’n eerste les van die dag. De loop van de koffiehoek naar m’n lokaal was pittig, dwars door de grote hal gevuld met een paar honderd leerlingen. Even zou ik hier gewoon niet willen zijn.
In het vet
En ja, ik ben de professional, de volwassene. Ik realiseer me goed dat dit maar om een handjevol leerlingen gaat dat zich blijkbaar wil afzetten en haar ongenoegen wil uiten. Je moet je best doen om ruzie met mij te krijgen maar natuurlijk lig ook ik wel eens in de clinch met een leerling. Ik spiegel, spreek aan en dat wordt me niet altijd in dank afgenomen. Maar dit “zomaar even” ongenuanceerd op internet voelt niet fijn. En dat is een understatement.
De uitnodiging
Eenmaal in m’n lokaal druppelen de leerlingen binnen. Als iedereen zit, breng ik ter sprake dat ik net heb gehoord over de accounts, mijn vermelding (met foto en al) en dat me dat raakt. Waar het eerst nog wat rumoerig is, wordt het muisstil. Ik vertel dat ook docenten gewoon mensen zijn en dat deze internetactie zorgt voor een onprettig gevoel. Je kunt een speld horen vallen. Vervolgens nodig ik leerlingen uit om mij vooral feedback te geven. Op mijn lessen maar ook op mijn manier van doen. Het kan natuurlijk zijn dat ik een bepaald gedrag/patroon heb dat ergernis oproept. Als ik dit weet kan ik in ieder geval proberen om hiermee aan de slag te gaan.
Vervolgens gooi ik de les een beetje om en ik zet ze aan het werk met hun droomhuis, dat eigenlijk gepland stond voor de les erna. Door het enthousiasme en de gezellige sfeer kom ik er snel doorheen. Ik heb oprecht plezier in de les. Bij de volgende lessen herhaal ik mijn verhaal en voel dat er al een stuk lading af is. De uitnodiging om het gesprek met mij aan te gaan, blijft staan.
Lief
In de pauze, later die ochtend, spreekt een leerling mij aan: ‘Mevrouw, hoe is het met u? Ik hoorde van vrienden op school over dat verhaal op internet.’ Aha, news travels fast. Ik val stil en kijk haar aan: ‘Wat ontzettend lief dat je dit vraagt en dat je dit gesprek met me aangaat.’
‘Ik wil even zeggen dat ik het goed van u vindt dat u aan de leerlingen laat zien dat dit u raakt. Het is belangrijk dat leerlingen dat zien en horen. En daarbij, dat het u raakt laat alleen maar zien dat u een groot hart hebt.’ Ik bedank deze lieve meid en loop door naar m’n lokaal.
Kwetsbaar
Medewerkers op scholen weten lang niet alles wat leerlingen digitaal de ether in slingeren. De kans is zelfs groot dat dit vaker is gebeurd zonder dat we daar weet van hebben. Ik realiseer dat dit de dagelijkse werkelijkheid is van zóveel leerlingen. Een constante stroom van digitale informatieverspreiding. Gevraagd maar veel vaker ongevraagd. En hoe dat moet voelen voor deze doelgroep. Hoe kwetsbaar zij eigenlijk zijn.
Moeten wij ons hier nou tegen wapenen met z’n allen? Dat het ons niet (meer) raakt. Of is er iets anders nodig? Wat helpt ons om de digitale wereld (weer) aangenamer te maken? Wie het weet mag het zeggen…
Elies Schledorn, docent levensbeschouwing en mentor
Fotografie: Niki Kits-Polman
Box type | image-with-border |
Box color | white |
Box size | large |
Tegel summary | |