Externe ontwikkelingen

7 september 2020

Vanuit onze kernwaarden en visie op onderwijs en pedagogiek willen wij acteren op externe ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn een belangrijk deel van de context waarin wij onze strategie bepalen. Hierbij kijken we ook naar de langere termijn, omdat dit ons helpt om de doelen voor de komende 5 jaar scherp te stellen.

In dit hoofdstuk een korte toelichting op de belangrijkste externe ontwikkelingen.

 

4.1     De toekomst van het onderwijs1

Stimuleren in plaats van afrekenen

Van oudsher staat Nederland hoog in de ranglijsten over goede onderwijskwaliteit. Maar we merken dat deze positie wankelt. We zien steeds minder uitblinkers en de leesvaardigheid daalt. Waarom rekenen we leerlingen eigenlijk af op hun minste vak en stimuleren we in plaats daarvan niet hun grootste talenten? Laten we de generaties van de toekomst beter begeleiden richting het vervolgonderwijs.

Iedere leerling een eerlijke kans

Het onderwijs is een afspiegeling van de samenleving. Sociale kloven blijven ook tijdens het leerproces in stand. Kinderen met dezelfde talenten maar met verschillende sociale achtergronden komen uiteindelijk op verschillende niveaus uit. Daar draagt de groei van het 'schaduwonderwijs'2 ook zeker aan bij. Iedere leerling moet een eerlijke kans krijgen op weg naar verdere ontwikkeling. Ook als het gaat om kwetsbare leerlingen. Het verbeteren van overgangen in het onderwijs is daarom belangrijk voor gelijke kansen.

Hoera voor het beroepsonderwijs!

Beroepsgerichte leerwegen lopen steeds meer leeg, terwijl de maatschappij juist deze vakmensen en hoogwaardig opgeleide professionals nodig heeft. Door de prestatiedruk van ouders en de samenleving als geheel worden leerlingen gepusht om door te stromen naar academisch en hoger onderwijs in plaats van naar het beroepsonderwijs. Met als gevolg: desinteresse, talenten die onderontwikkeld blijven en uitval. Het onderwijs moet leerlingen hun beroepsgerichte talenten laten ontdekken.

Is het nog wel leuk om te leren?

Het onderwijs verliest voor veel leerlingen zijn glans doordat zij het gevoel hebben dat zij zich steeds minder mogen ontwikkelen. Terwijl school toch een belangrijke plek is om je persoonlijkheid te vormen. Binnen en buiten het curriculum is hier weinig ruimte voor. Daar komt nog de studiedruk bij en een maatschappij die steeds onzekerder wordt. We moeten ons bewust zijn van de mentale druk die dit veroorzaakt bij leerlingen. Zeker bij kwetsbare groepen kan hierdoor kansenongelijkheid ontstaan. Het moet vooral leuk zijn om je te ontwikkelen en nieuwe dingen te leren over jezelf en de wereld.

Erkenning en waardering voor onderwijsprofessionals

Zijn we eigenlijk nog wel blij met leraren? Hun imago wordt er niet beter op en de personeelstekorten lopen al een tijd op. Daar komt nog bij: een steeds groter wordende werkdruk, hoge administratieve last en verantwoordingsdruk. Onderwijsprofessionals verdienen meer erkenning en waardering, en hun talenten moeten continu ontwikkeld worden.

Stimuleren van creativiteit en flexibiliteit

Het liefst willen we een brede en sterke leercultuur waarin niet alleen het onderwijs bloeit, maar waar ook het bedrijfsleven en maatschappelijke partners baat hebben. Creativiteit en ondernemend denken zouden gestimuleerd moeten worden. Flexibel kunnen inspelen op de veranderende vragen uit de arbeidsmarkt is immers van groot belang. Nauwe samenwerking met bedrijven en kennispartners spelen hierin een belangrijke rol.

 

4.2    Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

In plaats van personeelsoverschotten als gevolg van demografische krimp, krijgen we in de nabije toekomst te maken met personeelstekorten als gevolg van natuurlijk en tussentijds verloop. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met een beroepsbevolking en personeelsbestand dat langzaam steeds meer ‘veroudert’3. Daarnaast zullen mensen langer moeten (en soms willen) werken.

Nieuwe vormen van carrières en carrièrepaden

(Toekomstig) personeel richt zich steeds minder op een beroep voor het leven, maar een project voor een bepaalde periode. Dit uit zich in individualisering en een groeiende behoefte om werk en privé op elkaar aan te laten sluiten. Voor een deel betreft dit een autonome ontwikkeling van behoeften van de huidige en toekomstige beroepsbevolking; voor een ander deel van de beroepsbevolking is dit een (gedwongen) reactie op ontwikkelingen in de samenleving.

Hoe dan ook zullen andere arbeidsverhoudingen, zoals een hybride arbeidsverhouding waarbij men deels in het onderwijs en deels in de beroepspraktijk werkzaam is, meer gemeengoed worden.

Loopbaanpaden zullen veranderen; (toekomstig) personeel bouwt een carrière op door zich continu te ontwikkelen, te vernieuwen en aan te passen aan een steeds sneller veranderende wereld. Loopbaanpaden zullen niet langer lineair, maar meer circulair zijn.

 

4.3    Krimp: een urgent fenomeen in onze regio’s

In Nederland worden steeds minder kinderen geboren. Gemiddeld gaan er in 2030 12% minder leerlingen naar het voortgezet onderwijs. In 2015 waren dat ongeveer 1 miljoen leerlingen; in 2030 zijn dat ongeveer 880.000 leerlingen. Deze krimp is een regionaal fenomeen dat kan leiden tot verschraling van onderwijsaanbod, lagere bekostiging, toenemende reistijd, hogere huisvestings-/exploitatiekosten en een onzekerder werkgeversperspectief4.

 

Onze conclusies over krimp:

  • Van schoolbesturen mag verwacht worden dat zij zich gezamenlijke verantwoordelijk voelen voor de educatieve infrastructuur in de regio. In plaats van te concurreren op marktaandeel zal de focus veel meer gericht moeten zijn op samenwerking en fusies om het onderwijs ook in de toekomst mogelijk te maken.
  • Krimp kan ook benut worden voor onderwijskundige vernieuwing waar leerlingen baat bij hebben.
  • Leerlingendaling in combinatie met hoge vaste kosten vragen om vernieuwing van de bedrijfsvoering.
  • Krimp heeft invloed op onze HR-strategie.

 

4.4    Technologie en onderwijs5

De wereld van morgen
Technologie beïnvloedt de maatschappij van morgen en ons onderwijs. Ook heeft het een sterke invloed op de toekomstige beroepenwereld van onze leerlingen. Een school die gebruikmaakt van moderne technologie bereidt leerlingen beter voor op de wereld na school.

Meer mogelijkheden in maatwerk

De inzet van technologie is essentieel om individueel maatwerk mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan adaptief leermateriaal.

Artificial intelligence en veiligheid

De invloed van artificial intelligence (AI) en robotica op mens en maatschappij is ingrijpend. Een belangrijk deel van de taken die mensen nu uitvoeren, is over 25 jaar overgenomen door een robot of AI-systeem. Dat levert voor het onderwijs uitdagingen op, maar biedt ook nieuwe kansen.

Invloed AI op het vak leraar

Scholen en leraren hebben een onmisbare rol in het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden, naast het onderwijzen van kennis en denkvaardigheden. Vooral bij het aanleren van kennis en denkvaardigheden zien wij een groeiende rol voor technologie.

Vernieuwing in onderwijs- en schoolorganisatie

Vernieuwing wordt aangejaagd door AI en dat draagt bij aan het slimmer (adaptief) worden van leermiddelen, individuele roostering, integrale en voorspellende dashboards, virtuele assistenten, feedback, toetsing en intelligente leerlinginformatiesystemen met bijvoorbeeld taakspecifieke robots.

 

1 Grotendeels ontleend aan “Discussiestuk Toekomst van ons onderwijs”, via https://toekomstvanonsonderwijs.nl/.

2 Schaduwonderwijs is door ouders ingehuurde extra begeleiding; van huiswerkklas tot examentraining.

3 Momenteel zijn 1.318 van de in totaal 4.143 Carmelmedewerkers ouder dan 55 jaar.

4 Bron: Informatiegids leerlingendaling – VO-raad (2019).

5 Deze paragraaf is tot stand gekomen met medewerking van Michael van de Wetering, adviseur bij Kennisnet.




 
Box typeimage-with-border
Box colorwhite
Box sizesmall
Tegel summary